De regenval van de laatste weken heeft geleid tot een late en zeer grote eerste snede. Terwijl het gras een paar weken geleden zonder uitzondering relatief nat in de kuilen is gekomen staan veehouders nu voor de keus om het relatief stengelachtige gras droger of natter in te kuilen. Argumenten voor natter inkuilen zijn bekend; kortere veldperiode waardoor minder verliezen tijdens de veldperiode (zie ook mijn vorige blog over dit onderwerp); minder kans op broei omdat natte kuilen over het algemeen beter verdichten dan drogere kuilen; minder kans op broei icm heterofermentatieve inkuilmiddelen die alleen bij lagere DS gehaltes goed werken; argumenten voor nat inkuilen icm zogenaamd compact voeren. Aan de andere kant moeten we de sterke argumenten voor droger inkuilen niet vergeten. In deze bijdrage ga ik een aantal argumenten voor droger inkuilen lang, die mijn conclusie onderbouwen dat het juist nuttig is om nu iets droger in te kuilen.
Nattere graskuilen bevatten meer organische zuren. Dit is noodzakelijk omdat de hoeveelheid zuur die nodig is voor een effectieve aanzuring van de kuil hoger is naarmate het materiaal meer vocht bevat; natte kuilen met te weinig zuur zijn mislukte kuilen. Het hogere aandeel zuur gaat echter wel ten koste van de hoeveelheid oplosbare koolhydraten (suiker) in het materiaal, terwijl er juist heel goede argumenten zijn voor iets hogere aandelen suiker in rantsoenen (zie bijvoorbeeld [1] en ook [2]). Omdat productie van zuur een tijdafhankelijk proces is zal de conserveringsfase van kuilen langer duren, waardoor meer eiwit wordt afgebroken en nattere kuilen over het algemeen oplosbaar eiwit, afbraakproducten van eiwit en ammoniak bevatten dan iets drogere kuilen (zie mijn vorige bijdrage en bijvoorbeeld [3]). Hierdoor bevatten drogere kuilen over het algemeen meer DVE en minder OEB dan nattere kuilen.
Daarnaast is het bekend dat het aandeel organische zuren omgekeerd evenredig is met opname van het product en tot lagere productie [4]. Natuurlijk is deze uitspraak enkel geldig voor gemiddelde opname van gemiddelde kuilen, maar argumenten zijn duidelijk. Ten eerste vinden koeien zure kuilen minder smakelijk dat minder zure kuilen [4]. Daarnaast leidt een hoger aandeel zuur in kuilen tot lagere productie omdat zuur de pensfermentatie remt [5] . Interessant is dat de onderzoekers in dit onderzoek de fermentatie als het ware stoppen door toevoeging van mierenzuur, door toevoeging van mierenzuur bleef meer suiker uit het gras behouden en dit leidde tot hogere opname en productie.
Een laatste, praktischer argument is dat nat gras in ons gebied van de wereld een grondgeur kan bevatten. Door het materiaal een of twee keer goed te schudden kan het de grondgeur verliezen en kan het materiaal in de kuil lekkerder ruiken.
Natuurlijk moet alles gerelativeerd worden. Als de weersomstandigheden dusdanig zijn dat het gewas toch niet droogt is het verstandig om het gewas snel op te ruimen. De nadelen van een langere veldperiode (onvermijdelijke verliezen, zie mijn vorige bijdrage) worden dan niet goedgemaakt door de voordelen van een droger gewas. Daarnaast moeten we ook rekening houden met kans op broei. Ik wil echter stellen dat broei een managementprobleem is, dat eigenlijk opgelost dient te worden door een beter kuilmanagement. Als kuilen broeien betekent het eigenlijk gewoon dat ze niet goed aangereden zijn en dat de voersnelheid te laag is, en dat deze punt aangepakt dienen te worden. Als tip, probeer de kuilen altijd zo aan te leggen dat ze naar de koude en droge kant geopend kunnen worden (noorden of oosten in ons deel van wereld), of overweeg een afdakje boven de kuil dat regen, zonlicht en vogels tegenhoudt.
Verwijzingen
[1] M. B. De Ondarza, S. M. Emanuele, and C. J. Sniffen, “Effect of increased dietary sugar on dairy cow performance as influenced by diet nutrient components and level of milk production,” Prof. Anim. Sci., vol. 33, no. 6, pp. 700–707, 2018.
[2] S. M. Emanuele and C. J. Sniffen, “Feeding Sugars to Optimize Rumen Efficiency.” .
[3] B. Edmunds, H. Spiekers, K.-H. Südekom, H. Nussbaum, F. J. Schwarz, and R. Bennett, “Effect of extent and rate of wilting on nitrogen components of grass silage,” Grass Forage Sci., vol. 69, no. August, pp. 140–152, 2012.
[4] P. Huhtanen, J. I. Nousiainen, H. Khalili, S. Jaakkola, and T. Heikkilä, “Relationships between silage fermentation characteristics and milk production parameters: analyses of literature data,” Livest. Prod. Sci., vol. 81, no. 1, pp. 57–73, May 2003.
[5] S. Jaakkola, M. Rinne, T. Heikkilä, V. Toivonen, and P. Huhtanen, “Effects of restriction of silage fermentation with formic acid on milk production,” Agric. Food Sci., vol. 15, no. 3, pp. 200–218, 2006.
Recent Comments