Mengkuilen zijn een interessant alternatief voor gemengde rantsoenen. Veehouders passen mengkuilen toe om arbeid en mechanisatie te sparen. Daarnaast maken mengkuilen het mogelijk om kleine rantsoenen nauwkeurig te mengen en te doseren.
Onderzoek naar mengkuilen is schaars, en mede daardoor zijn adviseurs terughoudend met het adviseren van mengkuilen. Toch is het bekend dat sommige melkveehouders goede technische resultaten behalen met mengkuilen. Mijn indruk is dat vooral vetgehaltes stijgen met mengkuilen. Reden is mij nog niet helemaal bekend, maar wellicht heeft het te maken met afwezigheid van selectie, waardoor dieren NDF uit ruwvoer beter opnemen en minder in het voer sorteren [1]–[3]. Dit leidt tot betere NDF vertering en daardoor tot een stabielere pens pH en vorming van meer azijn- en boterzuur; vergelijk met de resultaten van oa [3]. Onderzoek wijst daarnaast uit dat mengkuilen hoge concentraties azijnzuur kunnen bevatten [4], [5]. Azijnzuur is de bouwsteen is voor (melk)vet. Ander onderzoek heeft uitgewezen dat toevoeging van forse hoeveelheden azijnzuur aan het rantsoen leidde tot forse verhoging van het melkvetgehalte [6], [7].
Een nadeel van mengkuilen is dat vitamines afgebroken worden. Afbraak van vitamines wordt veroorzaakt door een serie invloeden, zoals temperatuur, vocht, pH, zuurstof, straling, en de invloed van deze factoren verschilt per vitamine (https://bit.ly/3fRjBPw). Dit geldt vanzelfsprekend ook voor vitamines uit ruwvoer, maar dit is minder belangrijk omdat vitamines ook in gewone silages afnemen. Er is zelfs bewijs dat innoculanten zelfs negatief uitwerken op de concentraties vitamines [8], [9], dit geldt in het bijzonder voor Vit A, terwijl Vit E vrijwel ongewijzigd blijft.
Recent onderzoek wees uit dat de kwaliteit van fermentatie invloed heeft op verlies van Vit A. Bij betere en snellere fermentatie gaat meer Vit A verloren, tot zelfs 50%, terwijl een juiste fermentatie (dus snel een lage pH) juist leidt tot behoud van Vit E [8]. We kunnen dus stellen dat behoud van Vit A een probleem is in mengkuilen.
Vergeleken met gewone TMR rantsoenen broeien mengkuilen minder snel omdat zuren worden gevormd [4]. Deze onderzoekers vonden ook dat toevoeging van krijt de aerobe stabiliteit van mengkuilen verder verbetert; vooral in mengkuilen met een hoog vochtgehalte nam de broeigevoeligheid aanzienlijk af. De oorzaak voor deze hogere aerobe stabiliteit is dat er meer organische zuren worden gevormd in aanwezigheid van krijt. Dit komt overeen met oud onderzoek, waarin gevonden werd dat toevoeging van krijt leidt tot een forse toename van de hoeveelheid zuren in kuilen [5]. Als nadeel geldt wel dat er meer ammoniak wordt gevormd, teken dat er meer afbraak van eiwit plaats heeft gevonden [4].
Een ander voordeel van mengkuilen is dat de microbiële kwaliteit verbetert. Na enkele dagen worden lagere aantallen schimmels, gisten en enterobacteriën gemeten in mengkuilen [10], [11].
De resultaten van deze onderzoeken zijn belangrijk. Ten eerste omdat ze de lage broeigevoeligheid van mengkuilen bevestigen en zelfs uitzoeken hoe de broeigevoeligheid van mengkuilen nog verder kan worden verlaagd. Daarnaast is het dus belangrijk om goed op Vit A voorziening te letten, vooral als de vitamines via de mengkuil worden verstrekt.
Praktisch gezien kunnen mengkuilen erg interessant zijn voor droogstandrantsoenen. Vanzelfsprekend is toediening van krijt in deze rantsoenen geen optie, maar de forse hoeveelheid magnesiumoxide werkt ook bufferend en zal waarschijnlijk ook leiden tot lagere broeigevoeligheid. Mengkuilen zijn ook erg interessant voor bedrijven waar een deel van het krachtvoer via krachtvoerboxen of op andere manieren verstrekt kan worden omdat toevoeging van eiwitrijk krachtvoer via mengkuilen geen goede optie is. Als laatste denk ik aan mogelijkheden om granen in graskuilen te mengen. Op deze manier zal de smakelijkheid en conservering van graskuilen verbeteren en kan het graan op een veiligere manier verstrekt worden. Onderzoek naar deze gedeeltelijke mengkuilen is mij op dit moment niet bekend.
[1] S. M. Nasrollahi, M. Imani, and Q. Zebeli, “A meta-analysis and meta-regression of the effect of forage particle size , level , source , and preservation method on feed intake , nutrient digestibility , and performance in dairy cows,” J. Dairy Sci., vol. 98, no. 12, pp. 8926–8939, 2015.
[2] N. B. Kristensen, “Implement Compact TMR to increase productivity, feed efficiency and health in dairy herds,” Semin. News Feed, pp. 68–79, 2015.
[3] M. T. M. King, R. E. Crossley, and T. J. DeVries, “Impact of timing of feed delivery on the behavior and productivity of dairy cows,” J. Dairy Sci., vol. 99, no. 2, pp. 1471–1482, 2016.
[4] P. Tian, D. Vyas, D. Niu1, S. Zuo, D. Jiang, and C. Xu, “Effects of calcium carbonate on the fermentation quality and aerobic stability of total mixed ration silage,” J. Anim. Feed Sci., vol. 29, no. 2, pp. 167–174, 2020.
[5] E. W. Klosterman, R. R. Johnson, H. W. Scott, A. L. V, and J. V. A. N. Stavern, “Whole plant and ground ear corn silages, their acid content, feeding value and digestibility,” vol. 19, no. 2, pp. 522–532, 1960.
[6] N. Urrutia, R. Bomberger, C. Matamoros, and K. J. Harvatine, “Effect of dietary supplementation of sodium acetate and calcium butyrate on milk fat synthesis in lactating dairy cows,” J. Dairy Sci., vol. 102, no. 6, pp. 5172–5181, 2019.
[7] W. J. Miller and N. N. Allen, “The Effect of Sodium Acetate Feeding on Milk and Fat Yield, Blood Sugar, and Blood Ketones of Dairy Cows,” J. Dairy Sci., vol. 38, no. 3, pp. 310–312, 1955.
[8] T. Jia, Z. Sun, R. Gao, and Z. Yu, “Lactic acid bacterial inoculant effects on the vitamin content of alfalfa and Chinese leymus silage,” Asian-Australasian J. Anim. Sci., vol. 32, no. 12, pp. 1873–1881, 2019.
[9] P. Tian, D. Niu, S. Zuo, D. Jiang, R. Li, and C. Xu, “Vitamin A and E in the total mixed ration as influenced by ensiling and the type of herbage,” Sci. Total Environ., vol. 746, p. 141239, 2020.
[10] Y. Cao, Y. Cai, T. Hirakubo, H. Fukui, and H. Matsuyama, “Fermentation characteristics and microorganism composition of total mixed ration silage with local food by-products in different seasons,” Anim. Sci. J., vol. 82, no. 2, pp. 259–266, 2011.
[11] G. Chang et al., “Hepatic TLR4 signaling is activated by LPS from digestive tract during SARA, and epigenetic mechanisms contribute to enforced TLR4 expression.,” Oncotarget, vol. 6, no. 36, pp. 38578–90, 2015.
Recent Comments