Omega 3 en 6 vetzuren zijn essentiële vetzuren omdat ze niet door het lichaam kunnnen worden gemaakt en dus uitsluitend via de voeding in het lichaam kunnen komen. Een belangrijk omega 3 vetzuur is αα-linoleenzuur (C18:3) en een belangrijk omega 6 vetzuur is linolzuur (C18:2). Het belang van beide vetzuren in voeding en gezondheid van melkkoeien is groot, maar omdat in grootte, naam en structuur veel op elkaar lijken is er veel onduidelijkheid over hun nut en werking.
Omega-3 vetzuren kunnen via een serie biochemische aanpassing omgezet worden in serie-3 prostaglandines. Omega-6 vetzuren kunnen via een vergelijkbaad biochemisch pad omgezet worden in serie-1 en 2 prostaglandines. Beide biochemische paden werken met dezelfde enzymen en zijn dus inhiberend voor elkaar. Hogeren inzet van αα-linoleenzuur leidt dus tot hogere productie van serie-3 PG’s maar tegelijkertijd tot een lagere productie van serie 1 en 2 PG’s ([1]). Aan de andere kant is bekend dat te hoge inzet van een omega-6 vetzuren productie het biochemische pad juist weer kan afremmen ([2]).
Prostaglandines zijn hormoonachtige stoffen die lokaal fysiologische processen als ontstekingen, verwijding of vernauwing van bloedvaten, pijn, koorts, bevalling en bloedstolling zijn betrokken (https://nl.wikipedia.org/wiki/Prostaglandinen). Zo is oa bekend dat het PGF2αα niveau bij koeien met nageboorteproblemen lager was dan bij koeien zonder nageboorteproblemen ([3]). Ook is bekend dat de geboorte bij muizen en ratten later op gang kwam bij als er een tekort was aan PGF2αα ([1]). Daarnaast wordt PGF2αα in de veehouderij gebruikt om de groei van het gele lichaam te laten afbreken en kan een dracht worden afgebroken met PGF2αα. PG type 1 verbeteren de werking van T-cellen, voorkomen hartaanvallen, en dragen bij aan de afvoer van Na en K uit de nieren. PG type 3 voorkomen juist de vorming van PG type 2, en hebben een ontstekingsremmende werking.
Uit de literatuur is bekend dat inzet van CLA leidt tot minder nageboortes ([4]), al waren de resultaten hier niet significant. Uitermate veel is bekend over positieve invloed van omega-3 vetzuren op vruchtbaarheid, afweer en algemene gezondheid ([1],[5],[2]). De positieve werking van omega-3 op vruchtbaarheid lijkt vooral gebaseerd op lagere vroeg-embryonale sterfte, wat wellicht grotendeels te verklaren is door lagere PGF2αα niveaus. Interessant genoeg vonden Greco en coauteurs dat verhoging van de omega6:omega3 verhouding leidde tot lagere voeropname en een lagere melkproductie [6]. Dieren met een hoger omega6:omega3 gehalte reageerden ook heftiger op een infusie van LPS in het uier.
Dit leidt tot de vraag er een ideaal is voor inzet van omega 3 en omega 6. Volgens Palmquist en Jenquins kunnen CLA het beste tijdens de transitiefase worden ingezet omdat ze a) het geboorteproces versnellen b) afkomen van de nageboorte versnellen en c) opstart van de cyclus vertragen wat herstel van de baarmoeder bevordert [2]. Als het dier eenmaal drachtig moet worden, kan natuurlijk het beste over worden gegaan op omega 3 vetzuren. Dit ‘ideale’ vetzuurpatroon is in de praktijk getest door Silvestre en coauteurs ([7]). Dieren die een CLA rijk rantsoen in de transitie hadden gekregen produceerden meer melk en dieren die na CLA omega-3 hadden gekregen hadden hogere conception rates bij de eerste inseminatie [7], [8]. Interessant genoeg leidde inzet van CLA tot hogere natuurlijke afweer dan met een ander vetzuur (palmitinezuur) [8].
Verwijzingen
1. Petit, H.V. Effects of Fatty Acids on Reproduction in the Dairy Cow : The Good and the Bad. 1992.
2. Palmquist, D.; Jenkins, T. A 100-Year Review: Fat feeding of dairy cows. Journal of Dairy Science 2017, 100, 10061–10077.
3. Chassagne, M.; Barnouin, J. Circulating PgF2αα and nutritional parameters at parturition in dairy cows with and without retained placenta: Relation to prepartum diet. Theriogenology 1992, 38, 407–418.
4. Oliveira, R.C.; Pralle, R.S.; Resende, L.C.D.; P, C.H.; Nova, C.; Caprarulo, V.; Jendza, J.A.; Troescher, A.; White, H.M. Prepartum supplementation of conjugated linoleic acids ( CLA ) increased milk energy output and decreased serum fatty acids and ββ -hydroxybutyrate in early lactation dairy cows. 2018, 1–13.
5. Ambrose, D.J.; Kastelic, J.P.; Corbett, R.; Pitney, P.A.; Petit, H.V.; Small, J.A.; Zalkovic, P. Lower Pregnancy Losses in Lactating Dairy Cows Fed a Diet Enriched in αα -Linolenic Acid. 2006, 3066–3074.
6. Greco, L.; Neto, J.; Pedrico, A.; Ferrazza, R.; Lima, F.; Bisinotto, R.; Martinez, N.; Garcia, M.; Ribeiro, E.; Gomes, G. et al. Effects of altering the ratio of dietary n-6 to n-3 fatty acids on performance and inflammatory responses to a lipopolysaccharide challenge in lactating Holstein cows. Journal of Dairy Science 2014, 98, 602–617.
7. Silvestre, F.T.; Carvalho, T.S.M.; Francisco, N.; Santos, J.E.P.; Staples, C.R.; Jenkins, T.C.; Thatcher, W.W. Effects of differential supplementation of fatty acids during the peripartum and breeding periods of Holstein cows : I . Uterine and metabolic responses , reproduction , and lactation. Journal of Dairy Science 2011, 94, 189–204.
8. Silvestre, F.T.; Carvalho, T.S.M.; Crawford, P.C.; Santos, J.E.P.; Staples, C.R.; Jenkins, T.; Thatcher, W.W. Effects of differential supplementation of fatty acids during the peripartum and breeding periods of Holstein cows : II . Neutrophil fatty acids and function , and acute phase proteins. Journal of Dairy Science 2011, 94, 2285–2301.
Recent Comments